Carbon Intelligence omvat een topteam van strategen, technologen, datawetenschappers en engineers, dat organisaties helpt op hun weg naar een koolstofvrije toekomst. Jamie Oliver maakt sinds 2017 deel uit van Carbon Intelligence en gaat over de ontwikkeling van netto-nul routekaarten voor internationale organisaties. Hij heeft 12 jaar ervaring op het gebied van energie-optimalisatie en CO2-reductie in Europa, Noord-Amerika en Afrika. Jamie behaalde een BASc in Process Engineering en een MEng in Clean Energy Engineering aan de University of British Columbia in Canada.
Wij spraken met Jamie over de impact van marktvolatiliteit op de netto-nulplannen van organisaties, en zijn advies voor bedrijven die zoeken naar een goede balans tussen het belang van planeet en profijt.
Het heeft een enorme impact. Als we naar de toekomst kijken, is het wel duidelijk dat de energieprijzen op korte termijn waarschijnlijk niet zullen dalen of stabiliseren. Dat blijft een moeilijk punt. We moeten dat erkennen en meewegen in onze plannen en strategieën, zodat organisaties over veerkrachtige toekomstplannen kunnen beschikken.
De belangen van planeet en profijt zijn op zich niet tegenstrijdig. De pijlers van een geloofwaardige netto-nulstrategie of wetenschappelijk onderbouwde CO2-reductie zijn energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen. Dit zijn de twee aspecten die op lange termijn voor bedrijfscontinuïteit zorgen.
Hier zijn veel praktijkvoorbeelden van. Door te investeren in maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie heb je op lange termijn minder energie nodig. Dat past binnen een duurzaamheidsstrategie. Maar het helpt ook om de kosten te beheersen en maakt een bedrijf minder gevoelig voor prijsvolatiliteit. Het is dus zinvol voor zowel wereld als winst. Hetzelfde geldt voor oplossingen waarmee je ter plekke je eigen hernieuwbare energie kunt produceren. Die dragen bij aan de netto-nuldoelstellingen en maken je minder kwetsbaar voor volatiele prijzen.
We zien veel verschillende reacties en strategieën. Een van de belangrijkste redenen voor deze variatie is het verschil in 'spark spread’: de verhouding tussen de gas- en de elektriciteitsprijs. Deze kan per land aanzienlijk variëren.
Het VK heeft een vrij hoge spark spread, wat betekent dat elektriciteit vrij duur is in vergelijking met brandstof. Dat geldt echter niet voor alle landen. In bepaalde delen van Noorwegen zijn elektriciteit en brandstof bijvoorbeeld even duur. Dit is van enorme invloed op de business case voor decarbonisatie.
Een andere belangrijke factor is klimaatwetgeving, zoals CO2-belastingen. In Duitsland is afgelopen jaar een nieuwe CO2-prijs van € 25 per ton geïntroduceerd. Die prijs zal blijven oplopen tot € 55 per ton in 2025. Ook in Noorwegen zal naar verwachting binnenkort een aantal zeer progressieve CO2-belastingen worden geïntroduceerd. Deze factoren verschillen ontzettend van land tot land. Ze beïnvloeden de regionale volatiliteitsstrategie en dragen zeker bij aan een gevoel van urgentie onder bedrijven om energieneutraal te worden.
Er is in ieder geval veel meer bewustzijn dan vroeger. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is de toenemende aandacht voor Scope 3-emissies. Wanneer bedrijfsleiders inzien hoeveel impact hun bedrijf heeft op de volledige waardeketen, gaan ze beseffen dat de stappen die zij zetten op weg naar energieneutraliteit niet alleen betrekking hebben op hun eigen bedrijf. Ze raken ook hun medewerkers, klanten en aandeelhouders - en veel andere bedrijven.
Bedrijfsleiders zien steeds meer in dat als ze nu de juiste stappen zetten en doen wat nodig is, ze niet alleen hun eigen organisatie helpen, maar ook alle organisaties die zaken met hen doen. Het creëert een rimpeleffect dat steeds groter wordt en zich verder verspreidt.
Bedrijven willen heel graag meer inzicht in hun Scope 3-emissies, zodat ze actie kunnen ondernemen en zinvolle stappen kunnen zetten om deze te verminderen. Ze weten dat het belangrijk is, maar het ontbreekt hen vaak aan data van goede kwaliteit.
Veel organisaties hebben geen toegang tot de data die ze nodig hebben, of missen de kennis om deze goed te interpreteren. Dat is het belangrijkste probleem dat we tegenkomen. Het is een uitdaging die organisaties in de loop der tijd weg kunnen werken, door programma's in te voeren om de datakwaliteit te verbeteren en meer inzicht te krijgen in blinde vlekken. Maar het is een lange weg, die vaak ook een trage start kent.
Een eenvoudige eerste stap is dat organisaties hun ambitie communiceren naar hun belangrijkste leveranciers. Zelfs als organisaties nog niet weten hoe hun Scope 3-emissies er precies uitzien, kunnen ze hun grootste leveranciers herkennen aan de spend en hun netto-nulambities met hen delen. Zodra daar afstemming over is, kunnen beide organisaties gaan samenwerken om het doel te bereiken. Deze mate van transparantie helpt bij het delen van data en de samenwerking. En als de leverancier er niet in meegaat, is er misschien een andere vraag die gesteld moet worden: wil je in de toekomst nog wel met dit bedrijf samenwerken? Hoe dan ook is communicatie heel belangrijk.
Er zijn drie vragen die een organisatie moet beantwoorden bij het opstellen van netto-nulplannen: Wat moeten we doen? Wanneer moeten we dat doen? En hoeveel gaat het kosten? Als je deze drie vragen kunt beantwoorden, geeft dat stakeholders het benodigde vertrouwen om aan de slag te gaan met de doelstellingen op het gebied van emissiereductie.
Maar het is belangrijk om te onthouden dat niet alle CO2-reductiemaatregelen hoge kosten met zich meebrengen. Zo zijn er mogelijk veel quick wins te behalen op het gebied van energie-efficiëntie: slimme veranderingen die maar weinig hoeven te kosten. Deze kunnen het programma op gang helpen en wat momentum creëren. Overschakelen naar een hernieuwbare energiebron is ook laaghangend fruit. Sommige organisaties hebben hier tot nu toe niet genoeg aandacht aan besteed, vanwege financiële beperkingen of omdat het geen prioriteit was voor de afdeling inkoop. Met de stijgende energieprijzen die we nu zien, staan de inkoopteams echter op scherp en wordt er met hernieuwde aandacht naar energie gekeken: naar de kosten en naar de herkomst.
Daag leveranciers uit om te kijken wat haalbaar is. Heb je te maken met verwarmings- of verbrandingsprocessen waarvoor fossiele brandstoffen worden gebruikt, ga dan naar de leveranciers van die apparatuur en vraag wat er mogelijk is qua samenwerking om tot decarbonisatie te komen. Er komen op het moment allerlei interessante innovaties op de markt op het gebied van warmtepompen, waterstofelektrolyse-installaties en meer. Organisaties vragen om oplossingen die zowel de kosten als het CO2-aspect in ogenschouw nemen, en in reactie daarop zijn leveranciers meer bezig met innoveren dan ooit tevoren. Je moet weten wat er op de markt is en voorhanden is voor jou als bedrijf, zodat je kunt bepalen welke stappen er gezet moeten worden.
Je moet meer doen dan een doel stellen en dat communiceren. Zorg dat je een actieplan en een routekaart hebt om dat doel ook daadwerkelijk te bereiken. Wat moeten we doen? Wanneer moeten we dat doen? Hoeveel gaat het kosten? Wie is er verantwoordelijk voor welk onderdeel? Want het is al heel snel 2030 en als er nu geen duidelijke routekaart is, ga je je ambities voor de korte termijn niet halen. Het is echt belangrijk om nu in actie te komen. En een duidelijke routekaart zorgt voor het noodzakelijke vertrouwen in de netto-nulstrategie.
Centrica Business Solutions en Carbon Intelligence zijn een strategisch partnerschap aangegaan, waarbij Carbon Intelligence de expertise levert op het gebied van Scope 3 (toeleveringsketen)-emissies als onderdeel van onze consultingservice voor een routekaart naar netto-nul.
Meld u aan om onze driemaandelijkse nieuwsbrieven te ontvangen:
Door een formulier in te vullen, gaat u akkoord met de verwerking van uw persoonsgegevens door Centrica Business Solutions zoals beschreven in het Privacybeleid. Centrica Business Solutions stuurt u regelmatig een nieuwsbrief en ander marketingmateriaal waarvan wij denken dat het voor u relevant is. U kunt zich hiervoor op elk moment afmelden.